Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Dat hangt af van het aantal landen waarin u anders uw octrooi zou hebben gevalideerd. Octrooihouders met zakelijke belangen in slechts enkele Europese landen hebben minder voordeel bij een unitair octrooi dan octrooihouders met zakelijke belangen in de gehele Europese Unie.
De aanloopkosten van een unitair octrooi omvatten transactiekosten van dienstverleners alsmede de vertaalkosten (gedurende een overgangsperiode tot 1 juni 2035). Voor verzoeken om eenheidswerking zijn geen officiële taksen aan het EOB verschuldigd. Een belangrijke kostenfactor van het unitair octrooi is echter de jaarlijks aan het EOB verschuldigde instandhoudingstaks. Alleen kijkend naar de instandhoudingstaksen, dan zien we dat deze door het EOB zijn vastgesteld op een prijsniveau dat overeenkomt met een bundeling van de jaartaksen die verschuldigd zijn in de vier landen waar in 2015 de meeste Europese octrooien werden gevalideerd (Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk). Nu het Verenigd Koninkrijk niet langer meedoet, en de nationale instandhoudingstaksen nog steeds aan het VK verschuldigd zijn indien een octrooi in deze top-4 landen gevalideerd en in stand gehouden moet worden, volgt daaruit dat de optie voor een unitair octrooi iets duurder is dan voor het totaal van alle nationale validaties.
Het voordeel is echter dat de combinatie van een unitair octrooi het mogelijk maakt deze centraal te handhaven in nog eens 14 andere EU-lidstaten, zonder bijkomende kosten. Aangezien nationale validatietaksen verwaarloosbaar zijn, terwijl het bedrag van de instandhoudingstaksen met bijbehorende transactiekosten voor meerdere landen behoorlijk kan oplopen, levert het unitair octrooi een kostenbesparing op zodra een Europees octrooi in ten minste 4 bij het UPC aangesloten EOV-lidstaten gevalideerd zou zijn (bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland, Nederland en Italië). Bij elkaar opgeteld over de 20-jarige looptijd van een unitair octrooi bedragen de instandhoudingstaksen ongeveer € 35.500. Ter vergelijking: het totale bedrag van alle instandhoudingstaksen over dezelfde periode voor een bundel nationale octrooien in alle 17 UPC-lidstaten zou uitkomen op meer dan € 100.000.
De nationale rechters passen nationaal recht toe. Met de inwerkingtreding van het UPC kan de nationale wetgeving echter met het oog op harmonisatie worden gewijzigd. In Duitsland en Frankrijk zijn nieuwe regels over dubbele octrooiering van kracht geworden. Hierdoor wordt dubbele octrooibescherming voor een nationaal octrooi voor een en dezelfde uitvinding mogelijk, naast een unitair octrooi of een traditioneel Europees octrooi, zolang er bij de laatstgenoemde niet voor een opt-out is gekozen. In België worden de beperkingen van de rechten van octrooihouders, zoals de onderzoeksvrijstelling en kwekersvrijstelling, in overeenstemming met het UPC gebracht. Dit is om te voorkomen dat er voor octrooien waarbij voor een opt-out is gekozen een ander rechtstelsel geldt dan voor octrooien waarbij voor een opt-in is gekozen.
Hoewel het duidelijk is dat het UPC en nationale rechtbanken sterk van elkaar verschillende procedurele regels hebben die met name van belang zijn voor de snelheid van de procedures, en dat de door hen genomen beslissingen een verschillende territoriale werkingssfeer hebben, bestaat er minder zekerheid over het toepasselijke recht als er voor een opt-out wordt gekozen. De meningen onder deskundigen lopen uiteen over of een opt-out ten aanzien van de rechtsbevoegdheid van het UPC ook meteen een opt-out ten aanzien van het gehele UPC-recht inhoudt.
De EU-lidstaten zijn de enige landen die zich bij de UPC Overeenkomst kunnen aansluiten. Het stelsel van het UPC en unitair octrooi gaat van start met de 17 hierboven genoemde UPC-landen.
Een aantal EU-landen, waaronder Cyprus, Griekenland, Hongarije, Ierland, Slowakije en Tsjechië, heeft de UPC Overeenkomst (nog) niet bekrachtigd. Zij kunnen in een later stadium alsnog een UPC-land worden.
Andere EU-lidstaten (zoals Spanje en Polen) hebben de UPC Overeenkomst niet ondertekend en zijn dus nog niet aangesloten.
Ongeacht of zij wel of niet bij het Europese Octrooiverdrag (EOV) zijn aangesloten, kunnen landen die geen EU-lid zijn, waaronder Noorwegen, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland, zich niet aansluiten. Het Verenigd Koninkrijk is na de Brexit geen EU-lidstaat meer.
Nee. Het gebied waarin uw unitair octrooi geldig is, staat vast op het moment waarop uw verzoek om eenheidswerking van uw pas verleende Europese octrooi bij het EOB wordt geregistreerd. Uw unitair octrooi heeft effect in de landen die de UPC Overeenkomst op dat moment hebben bekrachtigd. De territoriale dekking van uw unitair octrooi blijft gedurende de gehele looptijd ervan ongewijzigd, ongeacht eventuele latere bekrachtigingen van de UPC Overeenkomst na de registratiedatum van de eenheidswerking door het EOB. Er zal derhalve geen uitbreiding plaatsvinden van de territoriale dekking naar andere lidstaten die de UPC Overeenkomst na die datum bekrachtigen.
Afhankelijk van de rechtsvraag passen de gerechten van eerste aanleg en het Hof van beroep van het UPC het volgende recht toe:
- het Unierecht (de "Verordening betreffende het Unitair Octrooi" Verordening (EU) Nr. 1257/2012, en de "Verordening betreffende Vertalingen" Verordening (EU) Nr. 1260/2012);
- de Overeenkomst betreffende het Eengemaakt Octrooigerecht (UPC Overeenkomst);
- het Europees Octrooiverdrag (EOV);
- andere op octrooien van toepassing zijnde internationale overeenkomsten die bindend zijn voor alle Verdragsluitende Lidstaten (bijv. TRIPs).
In procedures voor het UPC speelt nationale wetgeving slechts een ondergeschikte rol.
In inbreukzaken ten aanzien van Europese of unitaire octrooien past het UPC de artikelen van de UPC Overeenkomst toe die betrekking hebben op directe inbreuk (artikel 25), indirecte inbreuk (artikel 26), beperking van de werking van een octrooi (artikel 27) en uitputting van rechten (artikel 29). Naar verwachting zal het Hof van beroep een belangrijke rol gaan spelen bij het duidelijk omschrijven van inbreuktoetsen ten aanzien van gelijkwaardigheid of indirecte inbreuk om harmonisatie tussen de bij het UPC aangesloten landen te bewerkstelligen.
De octrooihouder, de exclusieve licentiehouder (tenzij de licentieovereenkomst anders bepaalt en nadat de octrooihouder vooraf in kennis is gesteld) en de niet-exclusieve licentiehouder (voor zover de licentieovereenkomst dit nadrukkelijk toestaat en nadat de octrooihouder vooraf in kennis is gesteld) hebben het recht zaken in te stellen bij het UPC.
Dan bezit het UPC rechtsmacht ten aanzien van alle rechtszaken met betrekking tot inbreuk op of geldigheid van unitaire octrooien, alsmede alle nationaal gevalideerde Europese octrooien en ’aanvullende beschermingscertificaten (ABC‘s) in landen die de UPC Overeenkomst hebben bekrachtigd. Gedurende een overgangsperiode van 7 jaar vanaf 1 juni 2023 kan met betrekking tot een Europees octrooi of ABC wel nog steeds een inbreuk- of nietigheid/ongeldigheidsvordering bij een nationale rechtbank worden ingesteld (Artikel 83 UPC Overeenkomst). Gedurende de overgangsperiode delen beide rechtbanken dus rechtsbevoegdheid, wat betekent dat partijen forumkeuze hebben en hun zaak voor een van beide rechtbanken kunnen laten behandelen en beslechten. Gedurende deze overgangsperiode kunnen houders van een Europees octrooi of ABC deze aan de exclusieve rechtsbevoegdheid van het UPC onttrekken door middel van een opt-out; een opt-out kan worden ingediend tot 1 mei 2030. In dat geval bezitten de nationale rechtbanken exclusieve rechtsbevoegdheid. Tijdens de overgangsperiode hebben de octrooihouders dus de keuze of zij een inbreukmaker voor een nationale rechtbank of voor het UPC zullen dagen. Omgekeerd kan een derde een nietigheidsprocedure hetzij bij het UPC hetzij bij een nationale rechtbank aanhangig maken.