Het Franse concern BIC S.A. heeft een verzoek om merkbescherming van de vorm van zijn bekende aanstekers vooralsnog zien stranden.
BIC deponeerde een tweetal van zijn aanstekers als vormmerk, teneinde een monopolie op de vorm van deze aanstekers te verkrijgen. Beide merkdepots werden door het Europese Merkenbureau OHIM geweigerd. BIC tekende bezwaar aan, en legde daarbij ook nog diverse documenten over waaruit zou moeten blijken dat de vorm van beide aanstekers, omdat ze zoveel verkocht waren, bij het rokend en anderszins vuurtjesstokend publiek zó bekend is, dat de aanstekers onmiddellijk als echte BIC”s herkend worden. De vorm zou kortom “ingeburgerd” zijn.
Geen monopolie
Helaas voor BIC is het Gerecht van Eerste Aanleg het daar niet mee eens. Allereerst vond het Gerecht de ingediende bewijsstukken niet overtuigend. Ze waren te laat ingediend, te algemeen, niet relevant, dan wel was de waarde ervan betwistbaar, omdat het voornamelijk verklaringen van dochterondernemingen van BIC betrof. Daarnaast vond het Gerecht dat de BIC-aanstekers een vorm hebben die “typerend” is voor de gemiddelde aansteker, zodat een monopolie voor BIC niet gerechtvaardigd is. Voorlopig geen monopolie op deze vormen voor BIC dus. De vraag dringt zich wel op of deze zaak niet anders af had kunnen lopen als BIC enerzijds wat meer bewijzen van inburgering had ingediend, of anderzijds het OHIM en het Gerecht daar niet zo uitzonderlijk kritisch naar hadden gekeken.