Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Mayo vs Prometheus: hooggerechtshof in VS beperkt octrooimogelijkheden

In de VS is de afgelopen jaren de discussie opgelaaid over de geldigheid van octrooien die gebaseerd zijn op het ontdekken van natuurwetten, natuurlijke fenomenen of het bedenken van abstracte ideeën.

In de uitspraak Mayo vs Prometheus van het Amerikaanse Hooggerechtshof raakte dit aan een octrooi op het selecteren van een dosering van een medicijn, maar meer algemeen is het onderwerp van belang voor octrooimogelijkheden voor onder andere diagnostische testmethoden en met software geïmplementeerde uitvindingen.

Vanouds geldt in de VS dat natuurwetten, natuurlijke fenomenen en abstracte ideeën op zich niet octrooieerbaar zijn, maar praktische toepassingen ervan wel. In Mayo vs Prometheus werd het octrooi ongeldig verklaard omdat het in wezen een relatie claimde tussen concentratie van een medicijn in het bloed en effectiviteit van het medicijn, wat wordt gezien als een natuurwet die op zich niet geoctrooieerd mag worden. Deze relatie werd weliswaar geclaimd in combinatie met stappen van toedienen van het medicijn aan patiënten met een bepaalde ziekte en het meten van de concentratie, maar deze stappen gaven onvoldoende verzekering dat de geclaimde werkwijze een echte toepassing opleverde en geen verhulde poging om de natuurwet te claimen.

Voor de praktische betekenis van deze uitspraak is het probleem dat het vaak niet eenvoudig is om een scherp onderscheid te maken tussen verhulde pogingen om natuurwetten enz. te octrooieren en legitieme pogingen om praktische toepassingen te octrooieren. Een rechter van het hof van beroep onder het Hooggerechtshof kenschetste het maken van dit onderscheid recentelijk als een moeras dat men als het enigszins mogelijk is maar het beste kan vermijden. De uitspraak Mayo vs Prometheus betekent waarschijnlijk dat octrooiaanvragers op het gebied van software-geïmplementeerde uitvindingen en testmethoden zich voor octrooiverlening toch een weg door dit moeras zullen moeten banen.

Ook het Europees octrooibureau kan claims afwijzen als daarin natuurwetten, natuurlijke fenomenen en abstracte ideeën voorkomen (bijvoorbeeld in de vorm van wiskundige formules of commerciële concepten). Men kijkt of er sprake is van inventiviteit als men de natuurwetten, natuurlijke fenomenen en abstracte ideeën uit de claims wegdenkt of als bekend veronderstelt voor zover ze niet bijdragen aan het oplossen van een technisch probleem. De Amerikaanse overheid stelde een vergelijkbare benadering voor aan het Amerikaanse Hooggerechtshof. Het Hooggerechtshof was hier uiterst negatief over. Het wees erop dat het artikel in de Amerikaanse octrooiwet over inventiviteit hier niets over zegt (net zomin als in het Europees octrooiverdrag). Bovendien zou ijverig negeren van alle natuurwetten bij het beoordelen van claims alle uitvindingen onoctrooieerbaar maken omdat alle uitvindingen gereduceerd kunnen worden tot natuurlijke principes die de uitvinding voor de hand liggend maken als ze als bekend verondersteld worden.