Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Mededingingsautoriteit VS onderzoekt octrooirecht

De Amerikaanse mededingingsautoriteit (Federal Trade Commission, FTC) heeft een rapport gepubliceerd met aanbevelingen om zorgen over ongewenste effecten van octrooien op mededinging weg te nemen.

De FTC benadrukt dat octrooien en mededingingsrecht hetzelfde doel dienen: innovatie voor het welzijn van de consument. De aanbevelingen zijn dan ook niet tegen octrooien gericht, maar op aspecten van de octrooipraktijk die mededinging nodeloos ondermijnen. Eerdere aanbevelingen van de FTC hebben al tot een sterke verandering van de Amerikaanse octrooipraktijk geleid.

“Notice”-functie van octrooien
De FTC signaleerde als punt van zorg dat bedrijven als gevolg van onduidelijkheid van octrooiconclusies (“claims”) niet goed kunnen inschatten of ze inbreuk maken op octrooien. De octrooiverlenende instantie (USPTO) zou meer aandacht aan de duidelijkheid voor inbreukbepaling moeten besteden, in plaats van alleen op geldigheid te letten. De FTC beveelt aan om:
– gebruik te maken van woordenlijsten met betekenissen van conclusietermen, mogelijk onder verwijzing naar door het USPTO opgestelde uniforme “woordenboeken” voor vakgebieden;
– het USPTO meer navraag te laten doen naar de betekenis van conclusietermen;
– kritisch te zijn op conclusieonderdelen die uitgedrukt zijn in termen van wat een uitgevonden product doet in plaats van wat het is, door te focusseren op de concrete middelen (algoritmes) die het octrooi beschrijft;
– grenzen te stellen aan de evolutie van conclusies tijdens de verleningsprocedure;
– de inzetbaarheid van veranderde conclusies te beperken; en
– het USPTO te laten zorgen voor een classificatie van octrooien die speciaal ontworpen is voor ondersteuning van onderzoeken of beoogde producten inbreuk maken.

Handhaving van octrooien
De FTC signaleerde ook problemen met inbreukclaims tegen bedrijven die te goede trouw geoctrooieerde uitvindingen toepassen. Enerzijds bestaat er ergernis over partijen die de kwetsbaarheid van dergelijke bedrijven uitbuiten (men noemt dit “trollen”). Anderzijds is er zorg over overreactie op deze ergernis, waardoor niet fabricerende octrooihouders zoals researchorganisaties te kort gedaan zouden kunnen worden.

De FTC beveelt aan om dit op te lossen door bij het bepalen van vergoedingen en het eventueel opleggen van een verbod meer realistisch uit te gaan van redelijkheid en billijkheid, in plaats van van strikt formele regels.