Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Nederlandse rechter verbiedt betrokkenheid bij octrooi-inbreuk in Portugal

Een recente gerechtelijke uitspraak biedt nieuwe mogelijkheden in Nederland voor houders van in het buitenland geldige intellectuele-eigendomsrechten.

Het gaat om de zaak Boehringer Ingelheim (BI) tegen het bedrijfscollectief Teva. Volgens de rechter handelt het in Nederland gevestigde Teva NL in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid, namelijk door het in Portugal gevestigde Teva PT niet te beletten inbreuk te maken op de rechten van BI.

BI ontwikkelt en commercialiseert geneesmiddelen. BI heeft bescherming, op basis van Portugese nationale rechten, op een werkwijze voor het maken van nevirapine, een middel tegen hiv. In Nederland is er ook sprake van geldige rechten.

Teva NL en Teva PT, allebei dochters van Teva Europe, zijn generieke-geneesmiddelenfabrikanten. Teva NL is houder van een Europese handelsvergunning
voor een geneesmiddel met als werkzame stof nevirapine. Zo’n geneesmiddel wordt in Portugal door Teva PT verhandeld. Teva NL is ook de houder van de registratie van dit geneesmiddel in Portugal.

Onrechtmatig
In Portugal heeft BI een inbreukprocedure aangespannen tegen Teva NL en Teva PT. Tegelijkertijd heeft BI in Nederland in een kort geding een verbod gevorderd voor Teva NL om onrechtmatige handelingen jegens BI te verrichten. De voorzieningenrechter heeft dit verbod toegewezen. De rechter overwoog dat de Portugese registratie op naam van Teva NL staat, en dat Teva NL op de hoogte behoort te zijn van de rechten van BI in Portugal. Het Portugese octrooi is door de rechter naar Portugees recht behandeld en geldig bevonden. Hierop verklaarde de rechter dat Teva NL door het geven van (impliciete) toestemming tot verhandelen van nevirapine door Teva PT in Portugal onrechtmatig handelt jegens BI.

Hiermee is het faciliteren of niet beletten van inbreukmakende handelingen door Nederlandse bedrijven in het buitenland onrechtmatig bevonden. Dat schept  mogelijkheden voor houders van buitenlandse rechten om inbreuk door Nederlandse bedrijven te voorkomen.

Koen Bijvank van Vereenigde was in deze zaak betrokken aan de zijde van Boehringer Ingelheim.