Een procedure ter bewaring van bewijsmateriaal en een daaropvolgende inbreukprocedure vormen twee afzonderlijke procedures waarvan uitsluitend de tweede relevant is voor tussenkomst in een oppositieprocedure op grond van Art. 105 EPC.
De ontvankelijkheid van de tussenkomst dient te worden vastgesteld op het moment van tussenkomst en kan niet worden gewijzigd naar aanleiding van latere gebeurtenissen.
Lees het volledige artikel van Bart van Wezenbeek op Kluwer IP Law.