Al sinds de jaren zeventig leeft bij de Europese wetgever de ambitie om een Europees octrooi te realiseren dat direct in alle landen van Europa van kracht is.
Daarbij zou tevens de beschermingsomvang van het octrooi door een uniform materieel recht moeten worden bepaald. Een belangrijk argument voor het eenheidsoctrooi is de beoogde reductie van de octrooikosten, die in Europa sterk zouden afwijken van met name de Verenigde Staten en China. Dit dossier maakte sinds eind vorig jaar een geweldige versnelling door. Desondanks is er nog altijd geen overeenstemming over de te nemen maatregelen.
Struikelblok
De maatregelen worden opgelijnd voor de landen die zijn aangesloten bij de Europese Unie, waardoor landen als Noorwegen, Zwitserland en Turkije afvallen, terwijl deze wel lid zijn van het huidig Europees octrooiverdrag. Verder zijn van oudsher de verschillende talenregimes van de Europese landen een groot struikelblok. Toch hebben inmiddels 25 van de 27 landen van de Europese Unie zich op dit punt wèl bereid verklaard tot een compromis. Voorlopig hebben Italië en Spanje hun medewerking nog onthouden aan de initiatieven. Dit zou door het huidige politieke klimaat echter nog kunnen veranderen.
Octrooirechtbank
Een ander probleem betrof de vraag wáár de zetel van de nieuw op te richten octrooirechtbank moet worden gevestigd. Hierover werd onlangs een akkoord bereikt tussen Engeland, Duitsland en Frankrijk. Parijs werd als hoofdzetel aangewezen en Londen en München zullen ‘branches’ vormen met elk een eigen technische deskundigheid. Verder werd afgesproken dat het octrooihof niet zal worden gereguleerd door invloed van het Europese hof van Justitie.
Bezwaren
Dit laatste aspect, dat is ingebracht op suggestie vanuit betrokken deelnemers van het systeem – industrie, mkb, advocaten en octrooigemachtigden -, lijkt voor controverse te zorgen bij het Europees Parlement. Andere veelgehoorde klachten zijn dat deze harmonisatie feitelijk door geen van de betrokkenen gewenst wordt en dat de weg naar de rechter voor gewone bedrijven nu nog veel duurder en complexer wordt.
Verrassingen
Er ligt een grote druk op de Brusselse wetgever om een resultaat te boeken, omdat dit van belang wordt geacht voor de innovatieve en economische slagkracht van Europa. Dat men zeer graag wil, is dus duidelijk. Maar of Brussel het vermogen heeft om hierover tot concrete uitkomsten te komen, blijft vooralsnog ongewis.