Het Rode Kruis-logo is een internationaal erkend symbool, dat staat voor onpartijdige, vreedzame hulp aan slachtoffers van oorlog, rampen en geweld.
Maar je kunt er ook rechtszaken over voeren. In de VS is het Rode Kruis-symbool door de Amerikaanse farmaceut Johnson & Johnson als merk geregistreerd. En deze farmaceut beticht het Amerikaanse Rode Kruis van merkinbreuk.
Op het eerste gezicht lijkt het onwaarschijnlijk dat het Amerikaanse Rode Kruis, het gebruik van het Rode Kruis-logo en/of de naam Red Cross wordt verboden. Uit de persberichten die beide partijen hebben uitgegeven, blijkt echter dat Johnson & Johnson claimt dat haar merkrechten op het Rode Kruis-logo in de Verenigde Staten teruggaan tot 1887. Volgens Johnson & Johnson zijn beide partijen in 1895(!) overeengekomen dat het Rode Kruis haar naam en logo mocht blijven gebruiken voor humanitaire dienstverlening, terwijl Johnson & Johnson het merk zou blijven voeren voor commerciële doeleinden. Pas vijf jaar later kreeg het logo van het Rode Kruis in de Verenigde Staten een aparte wettelijke status.
Imagoschade
Kort geleden is het Amerikaanse Rode Kruis echter in zee gegaan met een aantal commerciële ondernemingen, waaraan zij het Rode Kruis-logo gelicentieerd heeft. Deze ondernemingen verkopen onder andere medische handschoenen en verbanddozen. Het is precies dit commerciële gebruik waarop de bezwaren van Johnson & Johnson zich richten.
In een begrijpelijke poging om de imagoschade die kan voortvloeien uit een rechtzaak tegen het Rode Kruis te beperken, geeft Johnson & Johnson in haar persbericht over de zaak aan dat zij het Rode Kruis financieel blijft ondersteunen. Echter, om verwatering van haar merkrechten te voorkomen, was de farmaceut wel gedwongen deze rechtzaak tegen het Rode Kruis aan te spannen.
Vanuit merkenrechtelijk en contractenrechtelijk oogpunt lijkt de zaak van Johnson & Johnson dus beter verdedigbaar dan men wellicht in eerste instantie zou denken.