Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Uitspraak in AGA-zaak bevestigt noodzaak harmonisatie

Het Britse Hooggerechtshof heeft in de zaak van AGA Medical Corporation tegen Occlutech (UK) Limited het octrooi van AGA ongeldig verklaard.

Hoewel de Oppositieafdeling van het Europees Octrooibureau (EOB) het octrooi ook herroepen heeft, namen zij hun beslissing op totaal andere gronden. Dit verschil in mening benadrukt eens te meer het gebrek aan  harmonisatie tussen de nationale hoven en het EOB.

Het AGA-octrooi betreft een medisch apparaat waarmee een opening in de hartwand kan worden gedicht. Dit is een noodzakelijke medische ingreep bij een bepaalde hartafwijking. Het geclaimde apparaat bestaat uit twee samengevoegde schijven die, wanneer aangebracht in de opening in het hart, een vlak vormen aan weerszijden van de opening, zodat deze effectief wordt afgesloten. Daarbij is tenminste één schijf komvormig, wat ervoor zorgt dat de opening strakker omsloten wordt.

Vertrouwelijk of niet
Occlutech voerde aan dat de octrooiconclusies bekend waren uit niet-vertrouwelijk voorgebruik (non-confidential prior use) van het geclaimde apparaat tijdens een klinische test die had plaatsgevonden vóór de prioriteitsdatum. Het Britse Hooggerechtshof oordeelde op basis van de door artsen uitgevoerde klinische test, dat de gebruikte apparaten inderdaad dezelfde waren als de geclaimde apparaten. Het EOB daarentegen was hiervan niet overtuigd en kwam tot de tegenoverstelde conclusie, namelijk dat de apparaten niet dezelfde waren als de geclaimde apparaten. Verder oordeelden de Nederlandse Arrondissementsrechtbank en het EOB dat de klinische test vertrouwelijk was. Dit is in tegenstelling tot het standpunt van het Britse Hooggerechtshof.

Tegenovergesteld standpunt
Occlutech beweerde verder dat de octrooiconclusies toegevoegde materie bevatten. De octrooiconclusies waren namelijk uitgebreid door het schrappen van een kenmerk van het apparaat en door de toevoeging van het kenmerk dat minstens één van de schijven komvormig diende te zijn. Zowel het Britse als het Nederlandse Hooggerechtshof waren van mening dat deze wijzigingen geen toegevoegde materie inhielden. Het EOB nam wederom een tegenovergesteld standpunt in en vond dat de octrooiconclusies wél toegevoegde materie bevatten.