Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Inbreukonderzoek

Inbreukonderzoek of rechten-van-derdenonderzoek – freedom to operate search - is een breed en zeer gedegen onderzoek dat inzicht geeft in de vraag of een bepaalde techniek gebruikt kan worden. Dit verkleint de kans dat per ongeluk inbreuk gemaakt wordt op een bestaand octrooi. Inbreukonderzoek wordt vaak gedaan bij product- of technologieontwikkeling, vlak voor een marktintroductie of bij een due diligence.

Bij een rechten-van-derdenonderzoek wordt gekeken naar bestaande, nog geldige, octrooien of octrooiaanvragen die nog tot een octrooi kunnen leiden. Er wordt dus alleen in octrooiliteratuur gezocht. Bovendien wordt de zoektocht beperkt tot de landen waarin activiteiten worden ontplooid, zoals productie, import, verkoop, etc.

Geen blokkade en geen vrijbrief

Als er bestaande octrooien gevonden worden, hoeft dit niet te betekenen dat verdere productontwikkeling of verkoop niet meer mogelijk is. Inbreukonderzoek kan laten zien welke aanpassingen nodig zijn om inbreuk te vermijden. Een andere mogelijkheid is om te onderzoeken of een licentie op het relevante octrooi interessant en wenselijk is. Ook kan besloten worden om – ondanks een mogelijke inbreuk – verder te gaan met de technologie. Uit aanvullend geldigheidsonderzoek kan namelijk blijken dat het bestaande octrooi niet bijzonder sterk of mogelijk zelfs ongeldig is.

Wanneer er bij het inbreukonderzoek niets gevonden wordt, is dit nog geen vrijbrief om zorgeloos aan de slag te gaan. Hoe goed het onderzoek ook wordt uitgevoerd, het is en blijft een interpretatie van de informatie die de onderzoekers tot hun beschikking hebben. Ook worden octrooiaanvragen pas anderhalf jaar na indiening gepubliceerd en opgenomen in octrooidatabases.

Een rechten-van-derdenonderzoek geeft dus weliswaar een heel goede indicatie maar geen garanties. Er kan altijd iemand zijn die vindt dat er toch inbreuk gemaakt wordt. Het is dan, in het uiterste geval, aan de rechter om te beslissen of dat zo is.