Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
De octrooihouder, de exclusieve licentiehouder (tenzij de licentieovereenkomst anders bepaalt en nadat de octrooihouder vooraf in kennis is gesteld) en de niet-exclusieve licentiehouder (voor zover de licentieovereenkomst dit nadrukkelijk toestaat en nadat de octrooihouder vooraf in kennis is gesteld) hebben het recht zaken in te stellen bij het UPC.
Voor octrooihouders wordt het makkelijker om een Europees octrooi te handhaven, aangezien dit in alle UPC-landen door middel van één enkele procedure verwezenlijkt kan worden. Een beslissing van het UPC heeft directe gevolgen voor het octrooi in alle UPC-landen. Afhankelijk van uw situatie kan dit voordelige maar ook nadelige gevolgen hebben in vergelijking met het vroegere stelsel waarbij alleen nationale rechters over octrooizaken besloten.
Tijdens een overgangsperiode tot 1 mei 2030 kunt u ervoor kiezen dat het huidige stelsel van nationale rechters (voortgezet) op uw Europese octrooi(en) van toepassing blijft. In dat geval dient u bij het UPC een zogenaamd opt-outverzoek in te dienen voor die octrooien die van de rechtsmacht van het UPC uitgesloten moeten blijven. In dat geval verandert er niets en zullen rechtszaken uitsluitend door de nationale rechters worden behandeld.
Het Europees octrooi met eenheidswerking, kortweg het unitair octrooi, is een alternatief voor de bestaande procedure waarin een Europees octrooi in afzonderlijke landen wordt gevalideerd. Het betreft derhalve geen 'nieuw' octrooi maar een mogelijkheid om een reeds verleend Europees octrooi in één keer in alle UPC-landen geldig te maken.
Het Het unitair octrooi is een enkelvoudige (ondeelbare) rechtstitel die in alle UPC-landen werking heeft. Dit houdt in dat het unitair octrooi niet gedeeltelijk kan worden overgedragen. Dit houdt ook in dat het unitair octrooi alleen bij een centrale rechtbank (het UPC) kan worden gehandhaafd. Het UPC is ook de enige rechtbank waar een houder van een unitair octrooi een inbreukvordering kan instellen. Binnen de oppositietermijn (9 maanden te rekenen vanaf de verlening van het Europese octrooi) kunnen derden het EOB verzoeken het unitair octrooi nietig te verklaren. Na afloop van de oppositietermijn is het UPC de enige rechtbank waar nietigheidsprocedures tegen een unitair octrooi aanhangig kunnen worden gemaakt. Een beslissing van het UPC heeft werking in alle UPC-landen.
De EU-lidstaten zijn de enige landen die zich bij de UPC Overeenkomst kunnen aansluiten. Het stelsel van het UPC en unitair octrooi gaat van start met de 17 hierboven genoemde UPC-landen.
Een aantal EU-landen, waaronder Cyprus, Griekenland, Hongarije, Ierland, Slowakije en Tsjechië, heeft de UPC Overeenkomst (nog) niet bekrachtigd. Zij kunnen in een later stadium alsnog een UPC-land worden.
Andere EU-lidstaten (zoals Spanje en Polen) hebben de UPC Overeenkomst niet ondertekend en zijn dus nog niet aangesloten.
Ongeacht of zij wel of niet bij het Europese Octrooiverdrag (EOV) zijn aangesloten, kunnen landen die geen EU-lid zijn, waaronder Noorwegen, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland, zich niet aansluiten. Het Verenigd Koninkrijk is na de Brexit geen EU-lidstaat meer.
Het Eengemaakt Octrooigerecht (in het Engels: Unified Patent Court, UPC) is een nieuwe Europese rechtbank voor octrooien. Het UPC is de gespecialiseerde rechtbank die rechtszaken behandelt over Europese octrooien en unitaire octrooien (gedurende een overgangsperiode tot 2030 nog samen met de nationale rechtbanken). Met de komst van het UPC is de rechtsgang voor alle landen die de UPC Overeenkomst hebben bekrachtigd (de UPC-landen) bij één enkele Europese rechtbank gecentraliseerd.
Een beslissing van het UPC is bindend voor alle UPC-landen. Het UPC bezit rechtsmacht over alle bestaande en toekomstige Europese octrooien die in een of meerdere UPC-landen van kracht zijn, met uitzondering van Europese octrooien waarbij de octrooihouder een zogenoemde ‘opt out’ heeft ingediend. Dergelijke uitgesloten Europese octrooien blijven onder de rechtsmacht van alleen de nationale rechters vallen.
Wereldwijd bestaan verschillende classificatiesystemen, maar de meest voorkomende zijn het International Patent Classification (IPC) en het Cooperative Patent Classification (CPC). Dit zijn systemen waarbij octrooidocumenten worden geclassificeerd op inhoud. IPC klassen moeten worden gebruikt door elke instantie die octrooidocumenten publiceert en verleent. Dit betekent dus dat elk gepubliceerd octrooidocument één of meer IPC klassen heeft. Het IPC is een zeer uitgebreid systeem en bevat meer dan 100.000 verschillende klassen.
Het CPC is een samenvoeging van classificatiesystemen van de Europese en Amerikaanse Octrooibureaus. Dit is nog uitgebreider dan het IPC en bevat meer dan 250.000 klassen. Het wordt steeds meer gebruik door nationale octrooiverlenende instanties (naast de Europese en Amerikaanse Octrooibureaus) zoals de Chinese en ZuidKoreaanse Octrooibureaus.
In de meeste overeenkomstsluitende lidstaten is er een nevenvestiging van het UPC in de vorm van ten minste één Lokale Afdeling. Er zijn Lokale Afdelingen in Wenen, Brussel, Kopenhagen, Helsinki, Parijs, Düsseldorf, Hamburg, Mannheim, München, Milaan, Lissabon, Ljubljana en Den Haag.
In Stockholm is er een Regionale Scandinavisch-Baltische Afdeling. Deze Afdeling gaat zaken uit Zweden, Estland, Letland en Litouwen behandelen. Daarnaast wijst elk van die landen instellingen aan waar zittingen in hun eigen land zullen plaatsvinden.
In Parijs en München en Milaan zijn de drie locaties van de Centrale Divisie gevestigd. In Luxemburg is een Hof van beroep gevestigd.
De Europese Commissie is van mening dat octrooien een essentieel onderdeel vormen van de Interne Markt, niet alleen om door innovatie groei te bewerkstelligen maar ook om de internationale concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven te vergroten. De effectiviteit, betaalbaarheid en rechtszekerheid van het octrooistelsel moesten daarom worden verbeterd. Om dat te bereiken moest een pan-Europese bescherming en geschillenbeslechting van octrooien voor geheel Europa in het leven worden geroepen, gegrondvest op twee pijlers: een EU-octrooi (het unitair octrooi) en een rechtbank inzake octrooigeschillen (het UPC).