Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Duidelijkheid over bescherming van software

Het auteursrecht verschilt per land. Dat neemt niet weg dat de Europese Unie ook op dit vlak standaardisatie nastreeft.

Sinds 1991 is er bijvoorbeeld de Softwarerichtlijn, waarin de softwarebescherming is geharmoniseerd.

Software kan auteursrechtelijk beschermd zijn, maar software en auteursrecht staan toch min of meer op gespannen voet met elkaar. Dat komt omdat software naar zijn aard vrij abstract is en het auteursrecht juist enkel een concrete uitwerking van een idee beschermt. Achterliggende ideeën en gedachten zijn niet via het auteursrecht te beschermen. Deze tegenstelling is terug te vinden in de Softwarerichtlijn. Uitdrukkingswijzen, in welke vorm dan ook, van software worden beschermd onder de richtlijn, maar de achterliggende ideeën en de beginselen die eraan ten grondslag liggen, worden niet beschermd.

Tussenvonnis over programmeertaal
In deze complexe materie komt nu, via de jurisprudentie, stapje voor stapje meer duidelijkheid. Daarbij is er een gezaghebbende uitspraak te verwachten. Onlangs is er namelijk in de Engelse zaak SAS Institute vs. World Programming tussenvonnis gewezen. Eiseres SAS heeft een softwareprogramma ontwikkeld voor het uitvoeren van statistische analyses. In dit programma kan de gebruiker ook eigen programma”s schrijven, of programma”s daaraan toevoegen, in een door SAS daarvoor gemaakte programmeertaal.

Gedaagde, World Programming, ontwikkelde vervolgens zelfstandig, zonder gebruik te maken van de broncodes en dergelijke van SAS, eigen software die de in de programmeertaal van SAS geschreven programma”s kon uitvoeren. SAS stelde dat World Programming inbreuk maakte op haar auteursrechten op de software en de bijbehorende handleidingen, door software te maken die in haar programmeertaal geschreven programma”s kan (in)lezen en uitvoeren.

Interpretatie Softwarerichtlijn
Een tussenvonnis is niet altijd even vermeldenswaardig, maar in dit geval ligt het anders. Allereerst gaat het in deze zaak juist over het verschil tussen het idee en de concrete uitwerking daarvan bij de bescherming van software. De Engelse rechter heeft in het tussenvonnis aangegeven er niet uit te komen en te twijfelen aan hoe de Softwarerichtlijn geïnterpreteerd moet worden. Dat geeft aanleiding om het Europese Hof van Justitie hierover vragen te stellen, zoals: Is een programmeertaal auteursrechtelijk beschermd? Valt het aanbieden van een concurrerend computerprogramma met dezelfde functionaliteit onder de bescherming van het auteursrecht?Bestaat er ook voor software een reproductierecht, dus het recht van de maker om het werk als enige te mogen (laten) reproduceren?

Een uitspraak van het Hof van Justitie zal waarschijnlijk veel meer helderheid over de beschermingsomvang van software verschaffen.