Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Geurmerken en geurwerken

Zoals al eerder gemeld, zie bijvoorbeeld de IE-mail van september 2004, is het buitengewoon moeilijk geuren als merk te beschermen.

In het maatgevende Sieckmann-arrest van 12 december 2002 maakte het Europese Hof van Justitie al uit dat geuren praktisch gesproken niet als merk te registreren zijn, omdat zij niet grafisch en duurzaam vast te leggen zijn.

Kort geleden heeft het Gerecht van Eerste Aanleg in de zaak Eden/OHIM deze praktijk nog eens bevestigd, door een merkdepot voor de geur van rijpe aardbeien af te wijzen.

Is er dan geen enkele manier om een geur te beschermen? Het Hof Den Bosch vindt van wel en heeft enige tijd geleden een geur als “werk” in de zin van de Auteurswet erkend. Het ging om een zaak die de Franse parfumfabrikant Lancome had aangespannen tegen een Nederlandse firma die een gelijkgeurend goedkoper alternatief voor Lancome”s populaire Tresor-geur op de markt bracht. Dat dit riekte naar namaak, werd al bevestigd door de naamskeuze van de Nederlandse firma, die haar product “Female Treasure” had gedoopt. Een naamskeuze die het Hof Amsterdam in een eerdere rechtszaak tussen dezelfde partijen overigens toelaatbaar had geacht.

Maar wat de geuren betreft, behaalde Lancome een glansrijk een baanbrekende
overwinning. Het Hof oordeelde dat Lancome”s keuze van 25 olfactorische bestanddelen uit een mogelijk palet van honderden bestanddelen duidelijk oorspronkelijk was en het persoonlijk stempel van de maker droeg. Kortom, het betrof een auteursrechtelijk beschermd werk. Toen vast kwam te staan dat 24 van die 25 bestanddelen ook in de namaakgeur voorkwamen, was de conclusie voor het Hof duidelijk.