Griffierecht is het bedrag dat partijen moeten betalen als bijdrage in de kosten van een procedure, strafzaken uitgezonderd. Deze betalingsverplichting geldt in principe voor beide partijen, maar er zijn enkele uitzonderingen.
Een van de belangrijkste daarvan is dat gedaagde partijen in kantonzaken geen griffierecht hoeven te betalen.
Voor een inschatting van de kosten van een procedure is niet alleen (de hoogte van) het griffierecht dat een partij zelf moet betalen, van belang. Er moet ook worden stilgestaan bij de kansen in de procedure. De verliezer moet immers de griffierechten die de wederpartij heeft moeten betalen, ook vergoeden.
Wijzigingen
Per 1 november jl. is het griffierechtstelsel vereenvoudigd door de variatie in tarieven terug te brengen. Verder is het griffierecht per 1 november verhoogd en is er een vast lager tarief ingesteld voor on- en minvermogenden. Daarbij valt op dat het griffierecht per 1 januari 2011 vooraf moet zijn voldaan. Eiser moet ervoor zorgen dat het griffierecht binnen vier weken na aanvang van de procedure is betaald bij het gerecht waar de zaak dient. Gedaagde zal binnen vier weken nadat deze zich in een procedure heeft gesteld, moeten betalen. Als er niet wordt betaald, ligt de procedure die eerste vier weken stil. Daarna heeft wanbetaling verstrekkende gevolgen voor de procedure of het eventuele vervolg daarvan. Aan een niet betalende gedaagde wordt verstek verleend. Voor een eiser betekent het ook na de vierweekstermijn niet betalen dat de rechter hem ontslaat van instantie.
Deze sancties hebben tot gevolg dat vooral de eiser en de partij die in hoger beroep wil, erg moeten opletten. Appeltermijnen, verjaringstermijnen en termijnen voor het opstarten van een procedure na conservatoire beslaglegging lopen gewoon door en zouden kunnen verlopen!