Het Unified Patent Court (UPC) is een nieuw Europees gerechtshof dat gespecialiseerd is in octrooigeschillen. Het heeft momenteel jurisdictie in 17 Europese landen, en Roemenië zal zich per 1 september 2024 als 18e land aansluiten. De start op 1 juni 2023 is een mijlpaal in het Europese landschap van Intellectueel Eigendomsrecht. Wat kunnen we leren van het eerste jaar van het UPC?
De cijfers
Vanaf de oprichting tot eind april 2024 heeft het UPC 341 octrooizaken ontvangen, waarvan 123 inbreukprocedures. In 54 van deze inbreukzaken werden 153 tegenvorderingen tot nietigverklaring ingesteld. Het aantal tegenvorderingen is groter dan het aantal inbreukprocedures, omdat individuele verweerders afzonderlijke tegenvorderingen hebben ingesteld. Verder heeft de rechtbank 32 (afzonderlijke) nietigheidsvorderingen ontvangen en 24 verzoeken om voorlopige maatregelen (zie figuur 1). Interessant is dat de meeste zaken werden ingediend in Duitsland (213 zaken). Een kleiner aantal zaken werd ingediend in Den Haag (9) en Brussel (2). Als we kijken naar de onderwerpen van octrooigeschillen, zien we dat bijna 40 procent van de inbreukzaken betrekking had op een octrooi op elektrotechnisch gebied. Nietigheidsvorderingen werden echter het vaakst ingesteld op een octrooi op het gebied van menselijke levensbehoeften (bijna 50 procent; Figuur 2).
Goed onderbouwd en waardevol
In het eerste jaar behandelde het UPC voornamelijk zaken in kort geding. Daarbij werden procedurele aspecten van de UPCovereenkomst verder verduidelijkt. Zo stemde het Gerecht van Eerste Aanleg in met een wijziging van de procestaal van Duits naar Engels op verzoek van een gedaagde mkb-onderneming. In zijn beslissing ging de rechtbank specifiek in op een doelstelling van het UPC, namelijk om een eerlijke toegang tot de rechtsgang te waarborgen, met name voor het mkb (UPC_CFI_373/2023).
Verder biedt de eerste substantiële beslissing van het Hof van Beroep een voorproefje van hoe basisbegrippen van de wet moeten worden geïnterpreteerd onder de UPC-overeenkomst. In NanoString tegen 10x Genomics oordeelde het Hof van Beroep, in tegenstelling tot het Gerecht van Eerste Aanleg, dat het “overwegend waarschijnlijk” was dat het octrooi in kwestie niet geldig zou zijn. In het bijzonder werd het “zeer waarschijnlijk” geacht dat de geclaimde uitvinding niet inventief zou zijn. Opmerkelijk is dat het Hof van Beroep bij de beoordeling van uitvinderswerkzaamheid niet uitdrukkelijk de structurele “probleem-en-oplossing”-benadering van het Europees Octrooibureau heeft gebruikt.
Zowel de beslissingen in eerste aanleg als die in hoger beroep, zijn goed onderbouwd en bieden waardevolle inzichten in het UPC. Deze visie wordt bevestigd door onze eigen ervaringen bij het bijwonen van UPC-zittingen. Daarin hebben zowel juridisch als technisch gekwalificeerde rechters hun brede expertise bevestigd.
Eerst indruk is positief
De start van het UPC kan als een succes worden beschouwd. De eerste inhoudelijke uitspraken van zowel het Gerecht van Eerste Aanleg als het Hof van Beroep hebben een solide indruk achtergelaten en de rechtbanken lijken hun strikte deadlines te halen. We kijken ernaar uit om partijen voor het nieuwe Europese gerecht bij te staan en zo bij te dragen aan de verdere rechtsontwikkeling.
Figuur 1 toont acties die bij het Gerecht van Eerste Aanleg aanhangig zijn gemaakt; figuur 2 toont IPC-octrooiklassen waarin rechtsvorderingen werden ingesteld.