Nederland laat zich graag voorstaan op zijn innovatiekracht. De nieuwe regering wil hier logischerwijs een bijdrage aan leveren. Maar welke keuzes worden gemaakt? Octrooigemachtigde Marco Molling dook in het nieuwe regeerakkoord en geeft zijn mening over de nieuwe ambities en plannen.
‘Nederland wil zichzelf’, op allerlei manieren opnieuw uitvinden vertelt Marco Molling, ‘. Innovatie als het gaat om de rechtspraak en gezondheidszorg. Voor ons gaat het in de eerste plaats om technologische innovatie. Daar heb ik vooral op gelet.’ Molling startte zijn loopbaan bij een klein bedrijf gespecialiseerd in laboratoriumapparatuur waar hij onder meer betrokken was bij productontwikkeling. Hier ontstond zijn voorliefde voor kleine innovatieve bedrijven. ‘Het is goed om te lezen dat in het akkoord aandacht is voor het MKB, start-ups én creatieve zelfstandigen als het gaat om innovatie. Dat de overheid hen actiever gaat steunen (zie overzicht voor diverse plannen en maatregelen, red.). Ik heb zelf als octrooigemachtigde ook echt het idee dat juist hier veel belangrijke innovaties plaatsvinden, inclusief de bijbehorende octrooien. Kleine bedrijven en zelfstandigen stoppen echt al hun kennis en kunde in een innovatie, met vaak maar weinig middelen. Efficiëntie is dan een must. Een toegekend octrooi is voor hen een grote en cruciale stap, een stap die toekomstig succes bepaalt.’
Overheid als opdrachtgever
‘De overheid wil zelf een voortrekkersrol vervullen als het gaat om innovatie. Dat deden ze en doen ze door zelf opdrachten te geven – soms als lauching customer. Dat gaat onder meer over onderwerpen waarvan het maatschappelijk van belang is dat ze worden ontwikkeld. Dat vind ik op zich helemaal niet verkeerd. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan de ontwikkeling van geluidsarm en duurzaam asfalt. Als de overheid dat stimuleert middels een innovatieregeling dan versterkt dat onze innovatiekracht en tegelijkertijd werken we aan, in dit geval een duurzamere samenleving.’ Molling ziet dat de laatste jaren het innovatie- en ondernemersklimaat beter wordt, maar we mogen, vind ik, juist niet achteroverleunen in Nederland. Dan worden we zeker ingehaald. Gelukkig geeft het regeerakkoord wat dat betreft voldoende houvast.’ Het EOB verleende vorig jaar 2.784 octrooien aan Nederlandse bedrijven (+39,8% ten opzichte van 2015) waarmee het de sterkste groei is in 10 jaar. Nederland staat bovendien op de 2e plaats als het gaat om het aantal Europese octrooiaanvragen in relatie tot het aantal inwoners van een land (405 octrooiaanvragen per miljoen inwoners).
Technische vakmensen
Ook voor technische onderzoeksinstituten lijken er kansen te liggen, stelt Molling. ‘De regering ziet in dat de technische wetenschappen en onderzoeksgroepen te maken hebben met hoge opleidingskosten en dat we goede vakmensen nodig hebben, er zijn 120.000 vacatures te vervullen de komende twaalf jaar. Dan is het belangrijk dat er voldoende les- en praktijkruimte is zodat alle studenten er ook daadwerkelijk kunnen studeren, om maar een simpel voorbeeld te noemen. Ook zie ik dat er meer geld beschikbaar komt voor zowel toegepast als fundamenteel onderzoek. Dat eerste past natuurlijk in een trend waarbij onderzoek in dienst staat van de markt of een maatschappelijke behoefte. Steeds meer universiteiten richten hun onderzoek op deze manier in. Opmerkelijke paradox is dat de Universiteit Leuven juist geld verdient aan hun octrooien en dat ze geld vervolgens weer inzetten voor fundamenteel onderzoek. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat vrije onderzoeksruimte zorgt voor verrassende ontdekkingen, die ruimte moet je dus blijven houden.’
Toekomst
Veel maatregelen juicht Molling toe, maar hij waakt voor te grote verwachtingen. ‘Het zal effecten hebben, maar met 100 miljoen euro subsidie heb je nog geen nieuw medicijn.’ Nog kritische punten? Hij haalt de bekende en succesvolle Innovatiebox aan. Via dit instrument wordt de vennootschapsbelasting verlaagd voor innovatieve bedrijven met als uitkomst een effectief tarief van 5%. Dat wordt verhoogd naar 7%. Molling: ‘Per saldo dus minder aftrek voor innovatieve bedrijven die gebruikmaken van de box.’ Hij stelt ook dat het IE-beleid als zodanig niet wordt genoemd in het akkoord. Een mogelijke verklaring is dat momenteel het ministerie van Economische Zaken en Klimaat bezig is met een IE-beleidsevaluatie. Daarbij worden alle stakeholders ondervraagd door een extern onderzoeksbureau. Het 2017-rapport vormt de basis voor aanpassingen in het IE-beleid, zo is de verwachting.
Innovatie in het regeerakkoord
Een greep uit de innovatiegerichte maatregelen uit het regeerakkoord:
- Het kabinet investeert 200 miljoen euro per jaar in fundamenteel onderzoek. Daarnaast komt 200 miljoen euro beschikbaar voor toegepast onderzoek.
- Het topsectorenbeleid, gericht op samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid zal zich meer richten op economische kansen die de volgende maatschappelijke thema’s bieden: energietransitie/duurzaamheid, landbouw/water/voedsel en quantum/hightech/nano/fotonica.
- De mainportstatus van de regio Eindhoven wordt met de regio uitgewerkt.
- De overheid gaat als launching customer innovatie aanjagen door meer gebruik te maken van de regeling Small Business Innovation Research regeling (SBIR).
- De MKB investeringsregeling Regio en Topsectoren (MIT) en de innovatiekredieten voor het MKB worden uitgebreid.
- In het beroepsonderwijs krijgen vakmensen, techniek en ambacht prioriteit en een nieuwe impuls. Het Techniekpact en Platvorm Bètatechniek gaan door.