De rechtbank oordeelde dat een selectie-uitvinding inventief is indien de verbinding van de selectie onverwacht voordelige of verbeterde eigenschappen bezit ten opzichte van verbindingen uit de stand der techniek. Deze eigenschappen moeten al uit de octrooiaanvraag zoals ingediend aannemelijk zijn.
Verder zou een selectie-uitvinding voor een vakman voor de hand liggen als hij een neutrale “try-and-see“ houding zou aannemen op basis van de stand der techniek, en er hoeft geen nadrukkelijke kans van slagen te zijn.
Lees het volledige artikel van Bart van Wezenbeek op Kluwer IP Law.