Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Octrooirecht bij standaarden mogelijk misbruik van dominante positie

Een octrooirecht is te gebruiken als een legale vorm van marktmonopolisering.

Maar er zijn grenzen. Dat blijkt uit een onlangs door de Europese Commissie afgegeven verklaring in een zaak tegen de Amerikaanse firma Rambus, onder andere handelend in DRAM-geheugenchips (veel gebruikt in computers).

De verklaring is gebaseerd op Artikel 82 van het Europees Gemeenschapsverdrag, dat onder omstandigheden partijen verbiedt om misbruik te maken van een dominante marktpositie.

Onredelijk hoge licentieroyalty”s
Rambus zou bij eerdere onderhandelingen tussen industriepartijen niet tijdig hebben aangegeven dat het octrooien bezat op technologie, die tot standaard werden verheven. Door zo”n standaardisatie worden partijen verplicht de technologiestandaard toe te passen om hun producten uitwisselbaar te maken. Omdat Rambus pas na afloop van de onderhandelingen het bestaan van zijn octrooien bekend maakte, was het niet meer mogelijk de standaard te wijzigen. Hierdoor kwam Rambus in een positie waarbij partijen geen andere keus meer hadden dan de door Rambus geëiste licentieroyalty”s te betalen. Royalty”s die daardoor onredelijk hoog konden zijn. Een dergelijke actie wordt ook wel een “patent ambush” (octrooihinderlaag) genoemd.

Ongeoorloofde monopolisering
In de VS was in een parallelle procedure voor de Federal Trade Commission eerder al bepaald dat het gedrag van Rambus een ongeoorloofde monopolisering van de markt inhield. Onafhankelijk hiervan heeft nu ook de Europese Commissie dit aangemerkt als een inbreuk op Artikel 82. De Europese jurisprudentie rond dit artikel kent nu ook een geval waarbij het inzetten van het octrooirecht als misbruik van een dominante positie wordt aangemerkt.