Spring direct naar de hoofdnavigatie of de inhoud

Proceskostenvergoeding sterk verhoogd

Sinds kort worden in rechtszaken over octrooien en merken proceskostenvergoedingen toegekend die de gemaakte juridische kosten van de winnaar volledig vergoeden.

De proceskostenvergoeding moet als vanouds door de verliezer betaald worden.

Tot voor kort werd de verliezer alleen veroordeeld tot nominale “proceskosten” van hoogstens enkele duizenden euro”s. De Europese Unie heeft echter een richtlijn uitgevaardigd met betrekking tot handhaving van intellectuele eigendomsrechten (octrooien, merken, modellen, auteursrechten, enz.). Daarin wordt bepaald dat de verliezer “redelijke en evenredige” juridische kosten van de winnaar moet betalen. Dat betreft niet alleen advocatenkosten, maar ook kosten van rechtshelpers zoals octrooigemachtigden.

Wetsvoorstel
Een Nederlands wetsvoorstel voor de implementatie van deze richtlijn ligt nog bij het parlement. Daarin is ook de verplichting tot het betalen van de “redelijke en evenredige” juridische kosten van de winnaar opgenomen. In de memorie van toelichting blijkt dat volgens de regering “redelijk en evenredig” zo uitgelegd moet worden dat echte piraten bij verlies het volle bedrag moeten betalen, maar inbreukmakers te goeder trouw niets. Daarbij zou bij een piraat gedacht kunnen worden aan iemand die winst zoekt door willens en wetens inbreuk te maken, en bij een inbreukmaker te goeder trouw aan iemand die tot de rechtelijke uitspraak op redelijke gronden kon denken dat hij geen inbreuk maakte. Klaarblijkelijk vindt de regering dat bij goede trouw de kosten evenredig zijn voor onzekerheid over het octrooi en niet voor de inbreuk. Maar zoals gezegd is dit wetsvoorstel nog niet aangenomen.

Rechtbank
Zolang de richtlijn nog niet door wetgeving is geïmplementeerd, dient de rechter de bestaande wetgeving, voorzover deze daartoe ruimte laat, conform de EU-richtlijn uit te leggen en dus een vergoeding van juridische kosten aan de winnaar toe te kennen. De rechtbank van Den Haag, die alle Nederlandse octrooizaken behandelt, geeft daarbij een andere uitleg aan “redelijk en evenredig” dan de regering. De rechtbank vindt dat de richtlijn geen ruimte laat voor beperking van de toegewezen kosten omdat de verliezer te goeder trouw was. Alleen de hoogte van de gevraagde kosten van de winnaar wordt getoetst, meestal door deze te vergelijken met de kosten van de verliezer.

De kosten van rechtszaken betreffende intellectuele eigendom (octrooien, merken, etc.) zullen dus veel meer dan in het verleden afhangen van winst of verlies, onafhankelijk van wat er inhoudelijk op het spel staat.