U heeft veel tijd, energie en kosten gestoken in de ontwikkeling en bescherming van een uitvinding, model, merk of logo. Op een gegeven moment ontdekt u dat een derde partij op de markt komt met een werkwijze, product, model of merk waarmee inbreuk lijkt te worden gemaakt op uw intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten). De vraag is welke maatregelen u kunt nemen.
Beoordeling
De eerste stap is een beoordeling van de activiteiten van de andere partij. Concurrerende producten, modellen of merken maken immers niet altijd inbreuk op uw IE-rechten. Het verkrijgen van voldoende bewijs van de inbreuk is essentieel. Zo nodig kan beslag worden gelegd op bewijsmateriaal of de rechtbank worden verzocht om een voorlopig getuigenverhoor te gelasten.
Sommatie
Als uit de beoordeling blijkt dat sprake is van inbreuk op uw IE-rechten en er is voldoende bewijs van de inbreuk, is een veelvoorkomende volgende stap het sturen van een sommatiebrief. Met deze brief wordt de wederpartij op de hoogte gesteld van de inbreuk. De wederpartij kan worden gesommeerd om de inbreuk onmiddellijk te staken. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kunnen aanvullende eisen worden gesteld. In bepaalde gevallen kan het effectiever zijn om beslag te laten leggen op een voorraad inbreukmakende goederen in plaats van een sommatiebrief te sturen.
Kort geding
Als de inbreukmakende partij geen gehoor geeft aan de sommatiebrief, kunt u een procedure bij de rechter starten. In een kort geding wordt de voorzieningenrechter om een snelle en voorlopige beslissing gevraagd, onder de voorwaarde dat sprake is van spoedeisendheid. De rechter kan bijvoorbeeld een verbod opleggen om de inbreukmakende producten op de markt te brengen.
Een kort geding wordt gestart met een dagvaarding. Daarna vindt de zitting zo snel mogelijk plaats. De gedaagde krijgt dan de gelegenheid om te reageren op de argumenten van de eiser en kan indien gewenst een tegenvordering instellen. Na de zitting wordt het vonnis meestal binnen enkele dagen of weken uitgesproken, afhankelijk van de spoedeisendheid van de zaak.
Bodemprocedure
In een bodemprocedure kan de rechter een eindvonnis wijzen. Ook deze procedure vangt aan met een dagvaarding. De gedaagde krijgt de mogelijkheid om verweer te voeren. Vaak krijgen de partijen de gelegenheid om hun standpunten nader toe te lichten tijdens een mondelinge behandeling.
Een voordeel ten opzichte van een kort geding is dat het tijdens een bodemprocedure mogelijk is om naast een verbod ook schadevergoeding te eisen. Bovendien krijgen partijen de kans om hun vorderingen uitgebreid toe te lichten en omvangrijk bewijs te leveren. Ook zal de rechter een eindvonnis wijzen in plaats van een voorlopig oordeel.
Een nadeel van een bodemprocedure is dat er langere termijnen worden gegeven voor bijvoorbeeld het indienen van processtukken en het wijzen van een vonnis. Hierdoor neemt een bodemprocedure meer tijd in beslag. Tot slot moet worden opgemerkt dat in Nederland speciaal voor octrooizaken de mogelijkheid van een versnelde bodemprocedure bestaat. Een versnelde bodemprocedure zal echter nog steeds aanzienlijk langer duren dan een kort geding.