Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
De deadlines bij het UPC zullen kort zijn, en al het bewijsmateriaal zal zo snel mogelijk moeten worden ingediend ("front-loaded systeem"). Met het oog op het UPC zullen bedrijfsstrategieën daarom grondige analyses ten aanzien van vrijheid van gebruik vereisen.
Duidelijk is dat het UPC en nationale rechtbanken sterk van elkaar verschillende procedurele regels hebben die met name van belang zijn voor de snelheid van de procedures. Daarnaast hebben de door hen genomen beslissingen een verschillende territoriale werkingssfeer.
De octrooihouder, de exclusieve licentiehouder (tenzij de licentieovereenkomst anders bepaalt en nadat de octrooihouder vooraf in kennis is gesteld) en de niet-exclusieve licentiehouder (voor zover de licentieovereenkomst dit nadrukkelijk toestaat en nadat de octrooihouder vooraf in kennis is gesteld) hebben het recht zaken in te stellen bij het UPC.
Voor octrooihouders wordt het makkelijker om een Europees octrooi te handhaven, aangezien dit in alle UPC-landen door middel van één enkele procedure verwezenlijkt kan worden. Een beslissing van het UPC heeft directe gevolgen voor het octrooi in alle UPC-landen. Afhankelijk van uw situatie kan dit voordelige maar ook nadelige gevolgen hebben in vergelijking met het huidige stelsel waarbij nationale rechters over octrooizaken beslissen.
Tijdens een overgangsperiode kunt u ervoor kiezen dat het huidige stelsel van nationale rechters (voortgezet) op uw Europese octrooi(en) van toepassing blijft. In dat geval dient u bij het UPC een zogenaamd opt-outverzoek in te dienen voor die octrooien die van de rechtsmacht van het UPC uitgesloten moeten blijven. In dat geval verandert er niets en zullen rechtszaken uitsluitend door de nationale rechters worden behandeld.
In inbreukzaken ten aanzien van Europese of unitaire octrooien past het UPC de artikelen van de UPC Overeenkomst toe die betrekking hebben op directe inbreuk (artikel 25), indirecte inbreuk (artikel 26), beperking van de werking van een octrooi (artikel 27) en uitputting van rechten (artikel 29). Naar verwachting zal het Hof van beroep een belangrijke rol gaan spelen bij het duidelijk omschrijven van inbreuktoetsen ten aanzien van gelijkwaardigheid of indirecte inbreuk om harmonisatie tussen de bij het UPC aangesloten landen te bewerkstelligen.
Er bestaan veel verschillende vormen van octrooionderzoek. De meest veelkomende vormen van octrooionderzoek zijn: nieuwheidsonderzoek, inbreukonderzoek, geldigheidsonderzoek, octrooimonitoring, landscaping en bibliografische onderzoeken.
Op de pagina 'Verschillende vormen van octrooionderzoek' leest u hier meer over.
Voor het doen van een aanvraag, is het nodig een schriftelijke aanvraag voor octrooi op te (laten) stellen en in te dienen bij een octrooiverlenende instantie. Daarvoor is een beschrijving van de uitvinding nodig. Deze beschrijving moet de vakman in staat stellen de uitvinding na te werken. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van praktische voorbeelden en/of tekeningen. Verder moeten in de aanvraag een of meer zogeheten octrooiconclusies worden opgenomen, die de gewenste beschermingsomvang van de uitvinding bepalen. Een verder vereiste is een uittreksel van de aanvraag. Tenslotte dient uit de aanvraag duidelijk te zijn dat er een octrooi wordt aangevraagd. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van een door de octrooiverlenende instantie beschikbaar gesteld formulier waarin men aanduidt dat men een octrooi wenst op basis van de bijgevoegde stukken (de hiervoor genoemde beschrijving, conclusies e.d.). Daarnaast dienen alle benodigde taksen te worden voldaan. Deze zijn afhankelijk van het land of de regio waar de aanvraag ingediend wordt.
Afhankelijk van waarvoor er octrooi wordt aangevraagd, kunnen er aanvullende vereisten zijn. Bevat de aanvraag sequenties van nucleotiden of aminozuren? Dan dient de beschrijving een lijst van deze sequenties te bevatten. Een aanvraag die niet aan de vereisten voldoet, wordt geweigerd.
Verder is het ook belangrijk dat men formeel het recht heeft de aanvraag in te dienen. Dat recht heeft men in beginsel wanneer men de uitvinder is. Of dit in de praktijk ook het geval is, hangt af van de specifieke situatie en nationaal recht. Volgens de Nederlandse en Duitse wet, bijvoorbeeld, gaat het recht voor werknemers in dienstverband, als het doen van uitvindingen tot hun werkzaamheden behoort, in principe over op de werkgever. In Duitsland wordt dit geregeld door de Wet op de Werknemersuitvindingen, die overigens ook een bezoldigingsrichtlijn bevat. Het is van belang goed gedocumenteerd te hebben hoe men rechthebbende is; dit hoef men niet aan te tonen bij het indienen van de aanvraag, maar gebrekkige of ontbrekende documentatie kan later wel leiden tot disputen over wie rechthebbende is of zelfs tot ongeldigheid van het octrooi.
Het is aan te bevelen advies in te winnen van een octrooigemachtigde, een specialist in alle inhoudelijke en procedurele aspecten die bij het aanvragen van octrooi komen kijken.