Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Afhankelijk van de rechtsvraag passen de gerechten van eerste aanleg en het Hof van beroep van het UPC het volgende recht toe:
- het Unierecht (de "Verordening betreffende het Unitair Octrooi" Verordening (EU) Nr. 1257/2012, en de "Verordening betreffende Vertalingen" Verordening (EU) Nr. 1260/2012);
- de Overeenkomst betreffende het Eengemaakt Octrooigerecht (UPC Overeenkomst);
- het Europees Octrooiverdrag (EOV);
- andere op octrooien van toepassing zijnde internationale overeenkomsten die bindend zijn voor alle Verdragsluitende Lidstaten (bijv. TRIPs).
In procedures voor het UPC speelt nationale wetgeving slechts een ondergeschikte rol.
Voor octrooihouders wordt het makkelijker om een Europees octrooi te handhaven, aangezien dit in alle UPC-landen door middel van één enkele procedure verwezenlijkt kan worden. Een beslissing van het UPC heeft directe gevolgen voor het octrooi in alle UPC-landen. Afhankelijk van uw situatie kan dit voordelige maar ook nadelige gevolgen hebben in vergelijking met het vroegere stelsel waarbij alleen nationale rechters over octrooizaken besloten.
Tijdens een overgangsperiode tot 1 mei 2030 kunt u ervoor kiezen dat het huidige stelsel van nationale rechters (voortgezet) op uw Europese octrooi(en) van toepassing blijft. In dat geval dient u bij het UPC een zogenaamd opt-outverzoek in te dienen voor die octrooien die van de rechtsmacht van het UPC uitgesloten moeten blijven. In dat geval verandert er niets en zullen rechtszaken uitsluitend door de nationale rechters worden behandeld.
De EU-lidstaten zijn de enige landen die zich bij de UPC Overeenkomst kunnen aansluiten. Het stelsel van het UPC en unitair octrooi gaat van start met de 17 hierboven genoemde UPC-landen.
Een aantal EU-landen, waaronder Cyprus, Griekenland, Hongarije, Ierland, Slowakije en Tsjechië, heeft de UPC Overeenkomst (nog) niet bekrachtigd. Zij kunnen in een later stadium alsnog een UPC-land worden.
Andere EU-lidstaten (zoals Spanje en Polen) hebben de UPC Overeenkomst niet ondertekend en zijn dus nog niet aangesloten.
Ongeacht of zij wel of niet bij het Europese Octrooiverdrag (EOV) zijn aangesloten, kunnen landen die geen EU-lid zijn, waaronder Noorwegen, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland, zich niet aansluiten. Het Verenigd Koninkrijk is na de Brexit geen EU-lidstaat meer.
De Europese Commissie is van mening dat octrooien een essentieel onderdeel vormen van de Interne Markt, niet alleen om door innovatie groei te bewerkstelligen maar ook om de internationale concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven te vergroten. De effectiviteit, betaalbaarheid en rechtszekerheid van het octrooistelsel moesten daarom worden verbeterd. Om dat te bereiken moest een pan-Europese bescherming en geschillenbeslechting van octrooien voor geheel Europa in het leven worden geroepen, gegrondvest op twee pijlers: een EU-octrooi (het unitair octrooi) en een rechtbank inzake octrooigeschillen (het UPC).