Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Er bestaan veel verschillende vormen van octrooionderzoek. De meest veelkomende vormen van octrooionderzoek zijn: nieuwheidsonderzoek, inbreukonderzoek, geldigheidsonderzoek, octrooimonitoring, landscaping en bibliografische onderzoeken.
Op de pagina 'Verschillende vormen van octrooionderzoek' leest u hier meer over.
De snelheid is sterk afhankelijk van waar men octrooi wenst te krijgen, welke procedure men volgt en hoe sterk de vinding is waarvoor men bescherming wenst.
Voor Nederlandse en Belgische octrooien is de verleningsprocedure zeer voorspelbaar. Circa anderhalf jaar na het indienen van de aanvraag wordt octrooi verleend. Dit octrooi is formeel niet getoetst op geldigheid, maar is wel voorzien van een nieuwheidsrapport met schriftelijke opinie afgeleverd door het Europese Octrooibureau (EOB). Op verzoek van de aanvrager kan het octrooi zelfs op een kortere termijn verleend worden. Wettelijk gesproken kan het octrooi verleend worden vanaf het moment dat de octrooiaanvraag aan alle formaliteiten voor de verlening van het octrooi voldoet.
De verleningsprocedure voor Duitse octrooien omvat wel een formele inhoudelijke beoordeling. De verleningsprocedure neemt gemiddeld drie jaar in beslag, mits er geen verzoeken om verlenging van de termijnen worden ingediend.
Voor Europese octrooiaanvragen (die ook voor Nederland, België en Duitsland verleend kunnen worden) duurt de verleningsprocedure gemiddeld twee jaar, al zijn er uitschieters naar meer dan 10 jaar bekend. Voor een belangrijk deel heeft de aanvrager invloed op de snelheid. Wanneer snel octrooi gewenst is, kan er bijvoorbeeld een verzoek om versnelde beoordeling gedaan worden.
Trage verleningsprocedures hebben voordelen. Er kunnen zo veel kosten worden uitgesteld. Een trage verleningsprocedure biedt ook langer mogelijkheden de commerciële waarde van de vinding in te schatten en de verleningsprocedure(s) daarop af te stemmen. Ook houdt men daarmee de concurrenten langer in onzekerheid over de precieze beschermingsomvang van het uiteindelijke octrooi.
Vertraging van de verleningsprocedure en uitstel van kosten is ook een belangrijke reden waarom internationaal georiënteerde organisaties ervoor kiezen om eerst een internationale aanvraag in te dienen (PCT-aanvraag) en op basis daarvan nationale/regionale aanvragen in te dienen. Hiermee kan maximaal 30 maanden uitstel worden verkregen.
Octrooiverleningsprocedures kunnen een aanzienlijke investering zijn. Aangezien een octrooi in essentie een nationaal recht is, dient zowel de verleningsprocedure als de instandhouding in elk land afzonderlijk afgewikkeld te worden.
In de eerste plaats zijn er kosten voor het opstellen en indienen van de aanvraag. Vaak liggen deze tussen de 6.000 en 10.000 euro, inclusief officiële taksen. In sommige landen, waaronder Nederland en België, hoeven er gewoonlijk geen verdere kosten gemaakt te worden tot aan verlening. Na verlening zijn wel jaarlijks zogeheten instandhoudingstaksen verschuldigd. In veel landen, waaronder Duitsland, volgt echter een verleningsprocedure, met verdere kosten.
Wie octrooibescherming wenst in meerdere Europese landen, kiest meestal voor een zogeheten Europees octrooi. Dit is een kostenefficiënte en uniforme verleningsprocedure die centraal verloopt via het Europees Octrooibureau. Deze procedure geldt voor alle landen die zijn aangesloten bij het Europees Octrooiverdrag. Kosten voor het opstellen en indienen van de aanvraag en de procedure tot en met verlening kunnen sterk uiteenlopen, afhankelijk van de complexiteit en de duur van de procedure. Voor een Europese verleningsprocedure bedragen deze kosten gemiddeld ca. 20.000 euro. Na verlening van een Europees octrooi moet men kiezen in welke van de aangesloten landen het octrooi van kracht moet worden, waarvoor dan de benodigde formaliteiten worden afgehandeld (de zogenoemde validatie). Voor veel landen is bijvoorbeeld de vertaling van het octrooi of althans de octrooiconclusies vereist. Ook zijn er jaarlijks instandhoudingstaksen verschuldigd. De valideringskosten in Europa kunnen snel oplopen tot meer dan 1.000 euro per land. Veel bedrijven kiezen er daarom voor een verleend Europees octrooi in een beperkt aantal landen van kracht te laten worden, bijvoorbeeld in de landen met de grootste afzetmogelijkheden of in de landen waar de voornaamste concurrenten produceren.
Voor de verlening en instandhouding van octrooien in grote landen buiten Europa, zoals China, Japan of de VS, gelden vergelijkbare overwegingen.
In principe ligt de inhoud van een aanvraag vast op het moment van indienen, en kan hieraan niets inhoudelijks worden toegevoegd. Dit heeft als doel derden te beschermen tegen het ontstaan van rechten 'met terugwerkende kracht', die niet voorzien waren op het moment van indienen. Wel is het mogelijk de octrooiconclusies te wijzigen na indiening, mits deze wijziging gebaseerd is op de inhoud van de aanvraag zoals ingediend.
Het is wel mogelijk om tot een jaar na indiening van een octrooiaanvraag een vervolgaanvraag in te dienen. Daarin kan nieuwe informatie ('materie') worden opgenomen. Voor hetgeen al in de originele aanvraag ('prioriteitsaanvraag') beschreven is, kan dan een beroep worden gedaan op de indieningsdatum van die prioriteitsaanvraag (de prioriteitsdatum), terwijl voor de nieuwe informatie de feitelijke datum van indiening van de vervolgaanvraag als toetsingsdatum voor de octrooieringsvereisten zal gelden.
Deze vervolgaanvraag is dus een afzonderlijke aanvraag. In de praktijk wordt de combinatie van een prioriteits- en vervolgaanvraag gebruikt om de kansen op verlening te vergroten. Men kan de prioriteitsaanvraag indienen en door de octrooiverlenende instantie laten onderzoeken om een indruk te krijgen van welke bezwaren er mogelijk bestaan tegen verlening. Hiermee kan men rekening houden bij het opstellen van de (definitieve) vervolgaanvraag, bijvoorbeeld door het toevoegen van voorbeelden of het wijzigen van de tekst. Het is dan wel belangrijk zo goed mogelijk rekening te houden met wat sinds de indiening van de prioriteitsaanvraag is gepubliceerd.
Dat kan. Het is wel belangrijk te beseffen dat een octrooiaanvraag een juridisch document is, dat technische kennis zeer nauwkeurig omschrijft met het doel deze kennis om te zetten in een (zo breed mogelijk) recht. Zoals voor elk juridisch document geldt ook voor een octrooiaanvraag dat deze aan allerlei eisen moet voldoen. De octrooiverleningsprocedure duurt vaak jaren en het is niet mogelijk om later nieuwe aspecten aan de aanvraag toe te voegen. Bij indiening moet de uitvinding dus accuraat zijn beschreven. Daarvoor gelden een aantal basisregels ten aanzien van de vorm en wijze van formuleren, die een octrooigemachtigde zich eigen heeft gemaakt. Zonder ervaring in de juiste wijze van het omschrijven van de technische kennis waarop octrooi wordt aangevraagd, is de kans groot dat na een jarenlange verleningsprocedure blijkt dat de tekst niet voldoet. Bijvoorbeeld omdat de aanvraag niet meer het gewenste product of proces beschermt, of dat geen octrooi kan worden verkregen omdat de uitvinding niet nawerkbaar is beschreven, zelfs als de uitvinding als zodanig aan alle materiële eisen zou voldoen.
Dat is afhankelijk van de situatie. Over het algemeen geldt “hoe sneller hoe beter”, omdat de uitvinding nieuw en inventief moet zijn om haar te kunnen octrooieren. Hoe sneller men een aanvraag indient, hoe kleiner de kans dat kennis erover openbaar wordt of dat een concurrent die onafhankelijk min of meer hetzelfde uitvindt eerder een octrooiaanvraag heeft ingediend. Echter geldt - zeker op het gebied van de chemie en life sciences - dat het gunstig is wanneer er op het moment van aanvragen een goede onderbouwing is van de voordelen van de uitvinding en de toepassing ervan. Aan een octrooiaanvraag kan later niets inhoudelijks worden toegevoegd. Daarom dient op het moment van aanvragen voldoende bekend te zijn hoe de verschillende kenmerken samenhangen en welke toepassingsgebieden interessant zijn. Octrooiaanvragen met een speculatief karakter, zonder onderbouwing, kunnen worden afgewezen op grond van een gebrek aan nawerkbaarheid dan wel inventiviteit.
Octrooien kunnen verleend worden voor uitvindingen die voldoen aan de eisen voor octrooieerbaarheid, waaronder nieuwheid, inventiviteit, en (industriële) toepasbaarheid. Voor een medicijn dat aan deze eisen voldoet kan een octrooi worden aangevraagd, ook voor nieuwe toepassingen van bestaande medicijnen. Echter, als de ontdekking slechts het mechanisme is op basis waarvan een bekend medicijn werkt in een bekende toepassing, dan zal die ontdekking als zodanig niet vatbaar voor octrooi zijn. Maar als het werkingsmechanisme tot een verbeterde vorm of verbeterde toepassing leidt, bijvoorbeeld een bijzondere doseringsvorm of een werkwijze om een medicijn te maken, dan kan daarin een octrooieerbare uitvinding schuilen.
Het kunnen aantonen dat de uitvinding werkt speelt een rol bij een aantal octrooieringsvereisten, met name nawerkbaarheid en inventiviteit. Nawerkbaarheid houdt in dat de uitvinding op zodanige wijze in de aanvraag moet zijn beschreven dat de vakman deze in de praktijk kan brengen. Hiervoor kan onder andere gebruik worden gemaakt van tekeningen en uitvoeringsvoorbeelden. Wanneer de inventiviteit berust op een bijzonder effect dan kan het ook nodig zijn om aan te tonen dat dit effect inderdaad bereikt wordt met de uitvinding. Ook hier kunnen uitvoeringsvoorbeelden van pas komen. Dergelijke voorbeelden worden vaak opgenomen in octrooiaanvragen op het gebied van de chemie en de life sciences.
De aanduiding 'patent pending' houdt in dat de producent van het betreffende product octrooi heeft aangevraagd op een uitvinding die op één of andere wijze met het product te maken heeft. Aangezien de gemiddelde octrooiverleningsprocedure al snel een aantal jaren kan duren, en fabrikanten niet hoeven te wachten met het vermarkten van hun vinding tot na de verlening van het octrooi, kan een product voorzien worden van de aanduiding 'patent pending'. De producent wil zo laten zien dat het octrooi innovatief is, terwijl hij nog niet daadwerkelijk in het bezit is van een verleend octrooi. De aanvraag is namelijk nog in behandeling, oftewel ‘pending’.