Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Hieronder vindt u antwoord op de veelgestelde vragen. Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met een van onze experts of stuur uw vraag in via het contactformulier.
Een goede vuistregel is dat men alleen octrooieert wanneer men met de rechten van het octrooi winst verwacht te genereren die tenminste de kosten van het octrooi dekt. Het is dan ook van groot belang om een inschatting te maken van de commerciële waarde van de uitvinding. Indien deze groot genoeg is, ligt octrooieren voor de hand.
Uiteraard kunnen ook andere overwegingen meespelen, zoals een behoefte aan financiering; octrooirechten helpen vaak bij het aantrekken van investeerders en kunnen als onderpand dienen bij het verkrijgen van een lening bij een bank.
Wat ook meespeelt is de vraag hoe lang bescherming gewenst is en of geheimhouding gedurende langere tijd mogelijk is. Octrooirecht leidt tot maximaal twintig jaar bescherming, terwijl geheimhouden in principe oneindig volgehouden kan worden. Daarnaast is er de vraag of geheimhouding in de praktijk ook leidt tot afdoende bescherming en wat bij geheimhouding de risico’s zijn als de vinding door een derde geoctrooieerd gaat worden.
Octrooien zijn verbodsrechten: met een octrooi kan men anderen beletten de uitvinding (bedrijfsmatig) toe te passen, maar een octrooi geeft niet automatisch het recht die uitvinding zelf toe te passen. Dit recht geldt maximaal 20 jaar, voor door de octrooihouder te bepalen landen naar keuze. Een alternatieve manier om de uitvinding te beschermen tegen toepassing door derden is bijvoorbeeld door de uitvinding geheim te houden. Dit is meestal goedkoper en er bestaat geen tijdslimiet, maar het resultaat is meer onzeker. Het biedt geen bescherming tegen reverse-engineering door concurrenten of tegen derden die onafhankelijk tot een vergelijkbare uitvinding komen. Bovendien kan een ex-werknemer de geheime kennis meenemen naar een concurrent. Tegen dat laatste biedt wetgeving op basis van Europese richtlijn, 2016/943/EU. enig soelaas. Mocht men op grond van dergelijke wetgeving iets tegen gestolen of achterhaalde bedrijfsgeheimen willen ondernemen, dan is onder meer een goed registratiesysteem van die bedrijfsgeheimen nodig.
Diverse landen, waaronder Duitsland en China, kennen als alternatief voor een octrooi, naast geheimhouding, het zogeheten gebruiksmodel. In Duitsland staat dit bekend als ‘Gebrauchsmuster’. Het gebruiksmodel biedt dezelfde beschermingsomvang als een octrooi, maar is niet geschikt voor alle uitvindingen. Het kan met name een geschikt middel zijn voor de bescherming van producten, maar niet voor processen. Ook is de maximale duur van het recht in het algemeen korter. In Duitsland is de maximale beschermingstermijn 10 jaar. In tegenstelling tot een octrooi, wordt in Duitsland voor een gebruiksmodel echter geen inhoudelijk onderzoek verricht. Om die reden zijn de kosten voor een gebruiksmodel aanzienlijk lager dan die voor een octrooi.